Het biljartspel kan grofweg verdeeld worden in drie segmenten:
- Carambole
- Pool
- Snooker
Bij biljartvereniging HWH houden wij ons alleen bezig met de carambole variant.
Het carambole-biljartspel wordt gespeeld met drie ballen. Twee van de ballen zijn wit, de derde is rood.
Om tussen de twee witte ballen een onderscheid te maken, is één van de twee gemarkeerd met twee tegenoverliggende zwarte stippen of is één bal volledig geel gekleurd.
Het gangbare biljart heeft een formaat van 2,30 bij 1,15 meter (ook wel 'kleine tafel' genoemd).
Verder heeft iedere speler een keu (stootstok) welke gewoonlijk 140 cm meet en die aan het uiteinde een verstevigde stootdop heeft, de zogenaamde pomerans.
De lengte van de keu is maximaal 150 cm, en gemiddeld weegt hij rond de 500 gram.
Onder het carambole spel zijn ook weer verschillende mogelijkheden.
- Libre , wat tijdens de MWBB competitie wordt gespeeld.
- Bandstoten, wat na de competitie in een onderlinge club competitie wordt gespeeld.
- Driebanden
De eenvoudigste spelsoort is het 'libre' of 'vrijspel'. Er zijn geen restricties, de bedoeling is slechts om met de speelbal beide andere ballen te raken.
Bij het bandstoten is er maar één restrictie: voordat de speelbal de laatste bal raakt moet hij minstens eenmaal een band geraakt hebben.
Bij het driebandenspel moet de speelbal minstens drie banden raken vooraleer de derde bal geraakt wordt.